Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En David zeide tot den priester Abjathar, den zoon van Achimelech: [9]Breng mij toch den efod hier. En Abjathar bracht den efod tot David. 9. Dat is, trek den efod aan om mijnentwil, opdat gij daardoor den Heere raad vraagt. Zie Num.27:21, en boven, hfdst.23 vs.9.